3.1 Testcondities

De proeven zijn uitgevoerd onder gecontroleerde laboratorium­omstandigheden bij een omgevings­temperatuur van 22°C ± 1.5°C en een luchtvochtigheid van 55% ± 3%RH. Uit diverse controles bleek dat materialen en benodigdheden voldoende steriel waren. 

De proeven met B. cereus zijn wel van start gegaan maar zijn niet voltooid omdat dit micro-organisme met de gebruikte methodiek onvoldoende aangetoond kon worden. 

3.2 Bacteriemix

De eerste oppervlakken zijn gecontamineerd met een gemengde suspensie van circa 108 tot 109 van beide micro-organismen (zie tabel 3.1). 

 
Tabel 3.1: Kiemgetal van de bacteriemix [log kve/ml]
Tabel 3.1: Kiemgetal van de bacteriemix [log kve/ml]

Op basis van de steekproefsgewijze controles van de hoeveelheid micro-organismen op het gecontamineerde oppervlak, wordt aangenomen dat het kiemgetal van de bacteriemix in alle gevallen gelijk is aan dat van het gecontamineerde eerste oppervlak. 

3.3 Verspreiding van micro-organismen 

Grafiek 3.1 laat zien dat het aantal micro-organismen (S. aureus en E. faecalis) op het eerste oppervlak, ongeacht het soort materiaal of type doek, afneemt. De gemiddelde decimale reductie is ongeveer 4 logeenheden (grafiek 3.2). De micro-organismen blijven grotendeels achter in de doek en in mindere mate op de hand. 

 
Grafiek 3.1: Verspreiding van micro-organismen door schoonmaken- ongeacht materiaal of doek [mediaan en spreiding van de kiemgetallen in log kve]
Grafiek 3.1: Verspreiding van micro-organismen door schoonmaken- ongeacht materiaal of doek [mediaan en spreiding van de kiemgetallen in log kve]
Grafiek 3.2: Decimale reductie op het eerste oppervlak [log]
Grafiek 3.2: Decimale reductie op het eerste oppervlak [log]

De decimale reductie bij het reinigen van het eerste oppervlak, is bij S. aureus en E. faecalis nagenoeg even groot (grafiek 3.2). 

Zowel S. aureus als E. faecalis zijn in 100% van de gevallen op het schoongemaakte oppervlak teruggevonden. Niet alle micro-organismen worden dus verwijderd.

De verspreiding van de micro-organismen naar de opeenvolgende oppervlakken (oppervlak 2 tot en met 16), is weergegeven in grafiek 3.3. Hoewel de aantallen micro-organismen beduidend lager zijn in verhouding tot het eerste oppervlak, is het duidelijk dat micro-organismen verspreid worden naar de opeenvolgende oppervlakken; S. aureus is op 80% en E. faecalis op 72% van de oorspronkelijk schone oppervlakken aangetroffen. 

Grafiek 3.3: Verspreiding van micro-organismen over de oppervlakken [gemiddeld aantal micro-organismen per 25 cm2 ongeacht doek of materiaalsoort, max = 300]
Grafiek 3.3: Verspreiding van micro-organismen over de oppervlakken [gemiddeld aantal micro-organismen per 25 cm2 ongeacht doek of materiaalsoort, max = 300]

De hoeveelheid aangetroffen micro-organismen is niet bij alle oppervlakken gelijk. Op oppervlak 12 zijn significant meer S. aureus en E. faecalis gevonden dan op de overige oppervlakken (Duncan, α = 0,95). Ook op oppervlakken 15 en 7 (S. aureus) en 15 en 6 (E. faecalis) zijn meer micro-organismen aangetroffen in vergelijking tot de andere oppervlakken (Duncan, α = 0,95).

3.4 Effect van materiaalsoort op de verspreiding van micro-organismen

In grafiek 3.4 is de verspreiding van S. aureus en E. faecalis op de schoongemaakte oppervlakken per materiaalsoort te zien. De trend lijkt op die van grafiek 3.3, met pieken en dalen bij de verschillende oppervlakken. 

Op de porseleinen oppervlakken zijn hogere kiemgetallen van E. faecalis gevonden dan op een kunststof ondergrond (Duncan, α = 0,95). S. aureus is meer aangetroffen op porseleinen oppervlakken in vergelijking tot metalen oppervlakken (Duncan, α = 0,95). 

Grafiek 3.4: Gemiddelde aantal micro-organismen op de verschillende oppervlakken uitgesplitst naar materiaalsoort [kve/25cm2]
Grafiek 3.4: Gemiddelde aantal micro-organismen op de verschillende oppervlakken uitgesplitst naar materiaalsoort [kve/25cm2]

3.5 Effect van het soort doek op de verspreiding van micro-organismen

In grafiek 3.5 is de verspreiding van S. aureus en E. faecalis op de schoongemaakte oppervlakken per type doek te zien. De trend is opnieuw vergelijkbaar met de eerder gevonden resultaten. 

Op de oppervlakken die met doek B zijn schoongemaakt, zijn meer E. faecalis gevonden dan op de oppervlakken die met doek G zijn schoongemaakt (Duncan, α = 0,95). Bij de verspreiding van S. aureus is geen verschil gevonden tussen de typen doeken (Duncan, α = 0,95).

Grafiek 3.5: Gemiddelde aantal micro-organismen op de verschillende oppervlakken uitgesplitst naar type doek [kve/25cm2]
Grafiek 3.5: Gemiddelde aantal micro-organismen op de verschillende oppervlakken uitgesplitst naar type doek [kve/25cm2]

In grafiek 3.6 is de decimale reductie op het eerste oppervlak voor de verschillende doeken weergegeven. De reductie is bij het schoonmaken met de groene doek voor zowel E. faecalis als S. aureus minder groot dan bij de blauwe en de rode doek. 

Grafiek 3.6: Decimale reductie per type doek na het reinigen van het eerste oppervlak [log]
Grafiek 3.6: Decimale reductie per type doek na het reinigen van het eerste oppervlak [log]

3.6 Hand

In alle gevallen zijn er na het reinigen micro-organismen aangetroffen op de hand(schoen); gemiddeld 2,6 log kve (range: 2,0 – 2,8). Deze zijn op één enkel geval na, allen bevestigd als S. aureus of E. faecalis. 

3.7 Doek

Op de doek blijven na reinigen gemiddeld 108 micro-organismen achter. Grafiek 3.7 laat zien dat er minimale verschillen tussen het soort doek zijn. 

Grafiek 3.7: Gemiddelde aantal micro-organismen op de verschillende typen doek na het reinigen [log kve / doek]
Grafiek 3.7: Gemiddelde aantal micro-organismen op de verschillende typen doek na het reinigen [log kve / doek]